Om verschillende redenen kan het mogelijk zijn, dat gedeeltes van een gebit
of soms zelfs het gehele gebit niet meer voor een patiënt behouden kunnen
worden.
Doordat tanden en kiezen uit de mond zijn verwijderd, kan het eten niet goed
meer worden gekauwd. Soms speelt ook het uiterlijk een rol of is de spraak
verslechterd.
In zulke gevallen kan de pati«nt worden geholpen door een geheel of
gedeeltelijk kunstgebit te maken.
Een kunstgebit wordt ook wel een gebitsprothese of kortweg prothese genoemd.
De meeste volledige protheses worden gemaakt als vervanging van een bestaande
prothese.
- De prothese is versleten en onbruikbaar geworden
- De kaak is zo geslonken, dat de prothese niet meer op zijn plaats blijft
liggen.
- Door het slinken van de kaak moet de kin steeds dichter naar de neus
worden gebracht om de kiezen op elkaar te krijgen. De mond is ingevallen.
Soms wordt in overleg met een patiënt, bij wie al veel tanden en kiezen
verwijderd zijn, besloten ook de laatste tanden en kiezen te verwijderen.
Enige tientallen jaren geleden moest men dan 3 maanden met een lege mond lopen
om de kaken te laten genezen. Dat is niet meer van deze tijd.
Nadat eerst een prothese is vervaardigd, worden de laatste tanden en kiezen
allemaal verwijderd en wordt in diezelfde zitting de prothese geplaatst.
Men spreekt dan van een immediaat prothese.
Als van een paar stevige tanden de wortels behouden kunnen worden, kunnen deze
onder de prothese als steun of bevestigingspunt dienen.
Men spreekt dan van een overkappingsprothese.
|